Na zijn jonge werk als molenaarsknecht werd Reinders paardenkoopman, boer en veehandelaar. Hierdoor raakte Reinders betrokken bij de weinig succesvolle proeven van Professor Camper van de universiteit van Groningen om de runderpest (veepest) preventief te bestrijden.

Vertrouwend op zijn eigen intuïtie en waarnemingsvermogen deed hij zelfstandig proeven op zijn eigen veestapel. Ondanks dat dit ook een deel van zijn eigen veestapel kostte, boekte hij bijzonder goede resultaten. Zijn visie, pragmatische vindingen en kennis deelde hij in 1774 met Stadhouder Willem V van Oranje-Nassau. De resultaten werden ook gepubliceerd in een brief aan de professoren Camper en zijn collega Munniks.

Camper gaf daarna bekendheid aan het werk van Reinders in het buitenland, echter zonder daarbij Reinders te vermelden, alsof hijzelf deze grootste prestatie voor de ontwikkeling van Immunologie had geleverd. Reinders was immers geen erkend wetenschapper, maar boer en veehandelaar.

Vanaf 1774 werden op basis van de methode Reinders eerst alle dieren ingeënt en na enkele jaren ervaring wist hij het resultaat te verbeteren. Sinds het begin van de 20ste komt runderpest niet meer voor in Europa.

Vanuit het zelfde perspectief lukte het Reinders in 1786 om boeren en handelaren de verplichting op te leggen om betere hygiëne op te leggen, waardoor nieuwe en andere ziektes vermeden konden worden.